Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Anaïs Van Driessche

Juffrouw Anaïs

Anaïs

Van Driessche

 

Af en toe krijg ik wel eens een hint van één van mijn lezers. Juffrouw Anaïs was zo’n hint. In de oogstmaand mag ze 93 kaarsjes uitblazen. ’t Is voor iedereen zoveel niet, hoor ik je peinzen en gelijk heb je wellicht. Anaïs is ondanks haar respectabel aantal lentes nog erg bij de pinken en heeft een bijzonder goed geheugen. Dat gegeven op zich was meer dan genoeg om mijn nieuwsgierigheid te prikkelen en dus trok ik mijn stoute schoenen aan en trok naar de Veldekensstraat. Ze herkende me niet onmiddellijk maar eens mijn pet af was, wel. Ik kreeg van haar onmiddellijk haar ‘ja-woord’ op mijn vraag of ze haar verhaal eens wou vertellen. En ze stak meteen van wal… Een woordenvloed die moeilijk te stuiten was maar na een kwartiertje kon ik haar toch diets maken dat ik enkel kwam afspreken wanneer ze tijd had voor een babbel. Donderdag om vier uur paste haar prima.

Die bewuste donderdag was ik om vier uur stipt present. Anaïs zat in haar luie zetel Villa Politica te volgen. Op de tafel stonden koffie & koekjes, ik was duidelijk verwacht. De tv ging uit en een tasje koffie later vatte ze de stier bij de horens.


Anaïs is de dochter van Clothaire Van Driessche en Céleste Vincke. Mijn grootouders, vertelt ze fier, waren grote boeren op Groot Veldeken. Mijn grootvader bezat rond de eeuwwisseling 15 ha land wat heel veel was voor die tijd. Mijn grootvader Désiderius was getrouwd met een Waalse, Marie-Josepha Tournay, dochter van een constructeur van landbouwmachines. Prompt toont Anaïs me een catalogus uit 1898 waarin tal van spiksplinternieuwe machines worden aangeprezen. Het gevolg hiervan, gaat Anaïs verder, was dat mijn vader tweetalig was opgevoed én zijn lagere school ook in het Frans deed. In die tijd was er nog de school van Moerman in de Langemuntstraat waar kinderen van de burgerij school liepen en français, tegen betaling uiteraard. Als mijn vader er met de schapen op uit trok, zong hij heel vaak ‘Le Crédo du Paysan’ ofte ‘Het Lied van de Landman’, een compositie uit de pure romantiek.

  Zaaimachine uit 1898
 

Toen de vader van Anaïs trouwde kreeg hij van thuis een huis, twee stukken land en de kudde schapen. Clothaire is 54 jaar lang schaapherder geweest. Op 11 jaar bleef hij thuis en pas op zijn 65ste is hij er mee opgehouden. Anaïs herinnert zich nog een serieuze dijkbreuk in 1928. De dijken waren zo poreus dat ze in november bij een springtij doorbraken en een groot deel van Zele kwam onder water. Bij ons thuis, vervolgt Anaïs, stond alles onder, behalve het woonhuis. Mijn vader is toen met zijn schapen voor zes weken naar den Heikant getrokken en vond daar in een vlasschuur een onderkomen voor zijn dieren.
Anaïs komt uit een gezin van vijf kinderen: Desiré (had bakkerswinkel in de A-straat), zijzelf, Felix (landbouwer op het ouderlijk hof), Hermine (onderwijzeres in Gent) en Gabriëlle (werkte op de Belgische ambassade in Rome). Van de vijf kinderen leven enkel Anaïs en haar zus Hermine nog. Als boerendochter moest ze al snel de handen uit de mouwen steken. Ja, zegt ze, wij hadden thuis van alles: koeien, schapen, varkens, konijnen, kippen, een grote moestuin, akkers… Zowel op het veld als thuis moesten we helpen, er was altijd iets te doen en alles was veel primitiever dan nu. We hadden geen wasmachine, geen comfort… Dat is niet meer te vergelijken met nu, zegt ze.

 

Anaïs ging naar de gemeenteschool en op haar veertiende mocht ze naar de normaalschool van Eeklo. In 1937 behaalde ze het diploma van onderwijzeres en kon ze meteen aan de slag in de meisjesschool van de Kouter. 35 Jaar heeft ze daar les gegeven in het eerste, het tweede, het derde en het vierde leerjaar. Op haar 54ste is ze met pensioen gegaan. Ik ben al 39 jaar met pensioen, voegt ze er aan toe, ik ben een serieus kostelijke vogel voor de staat, lacht ze.
Anaïs stond altijd met hart en ziel voor de klas. Ik heb een schoon leven gehad met de kinderen, zegt ze, ik deed dat echt graag en ik zag de kinderen echt graag. In het begin van haar loopbaan was er de Tweede Wereldoorlog. Die oorlogsjaren zijn haar sterk bijgebleven. Ze herinnert zich nog goed de eerste dag van de oorlog. De brug van Dendermonde was gebombardeerd en alle kinderen werden naar huis gestuurd. Pas na achttien dagen gingen de scholen terug open. Ze weet nog goed dat ze wekelijks met de klas richting Zandberg trok voor een bezoek aan Winterhulp waar de kinderen soep kregen, soms een sinaasappel of een reep chocolade.

 

Anaïs vertelde hoe haar moeder brood bakte en boterhammen smeerde om mee te nemen naar de klas. Dat moet gesmaakt hebben, vertelt ze, want laatst werd ik in de GB nog aangesproken door een van mijn oud-leerlingen en die vertelde over die boterhammen.
Tijdens de oorlog waren er weinig kolen en het was niet makkelijk om met de kachel die midden in de klas stond alles goed te verwarmen. Anaïs herinnert zich nog heel goed dat beeld van die kachel met allemaal klompjes er rond om te drogen.
Maar, gaat ze verder, ik heb ook de armtierige tijd meegemaakt. Veel materiaal hadden de kinderen niet: een lei, een griffel en een ijzeren doosje met een sponske. Het was nog de tijd van inktpotten opvullen, het vloeipapier en de onvermijdelijke inktvlekken… En, vraagt ze me op de man af, hoeveel kinderen heb jij in de klas? Als ik 22 antwoord, schudt ze meewarig haar hoofd, ik heb er altijd rond de veertig gehad in mijn klas. Ze toont me een foto uit lang vervlogen dagen. Veertig meisjes op hun paasbest blikken schuchter in de lens. Achteraan met de handen op de rug staat juffrouw Anaïs. Aan de muur hangen didactische platen en stichtelijke prenten en het Heilig Hart houdt een oogje in ’t zeil.
Juf Anais

 

Veertig meisjes in de klas van juf Anais

In de oorlog haalde ze het brevet van ambulancier bij het Belgische Rode Kruis.
Een opleiding waarvoor ze heel veel interesse had. En ik haalde grootste onderscheiding, glundert Anaïs.

Identiteitskaart Rode Kruis   De groep die het brevet haalde van ambulanciersters in 1943   Identiteitskaart Rode Kruis

Anaïs is, zoals ze dat zo mooi plegen te zeggen, ‘een jonge dochter’. Op de man af vraag ik haar of er geen liefde in haar leven is geweest. O, da’s heel simpel, bekent ze. Ik stond in het vrij katholiek onderwijs en voor vrouwelijke leerkrachten is het lange tijd verboden geweest om te trouwen. Zo je dit wel deed, kreeg je onmiddellijk je ontslag. Ik heb gekozen voor mijn roeping, het onderwijs. En ik heb daar geen spijt van. Ik wou mijn vrijheid behouden. In 1950 heb ik samen met mijn ouders mijn huis gebouwd in de Veldekensstraat en met zijn drieën zijn we hier komen wonen. Doordat mijn ouders bij mij woonden, had ik een tweede doel om jong te blijven. Moeder en vader zijn hier thuis gestorven, gaat ze verder. Ze gingen van de kleine hemel naar de grote hemel. Tegenwoordig is dat allemaal anders, ze zetten hun ouders heel snel bij ’t oud ijzer in het rusthuis. Moesten mensen langer thuis kunnen blijven er zou minder dementie zijn, is ze van mening.
Een echte huisduif was Anaïs zeker niet. Reizen was één van haar passies. Ik heb meer dan dertig keer gevlogen, vertelt ze. Ik heb prachtige herinneringen aan Egypte, Engeland, Zwitserland, Frankrijk, Portugal, Duitsland… Spanje en vooral Italië waren mijn lievelingslanden. Italië bezocht ze veel omdat ze dan haar zus Gaby kon bezoeken in Rome.

 

Nu geniet Anaïs van haar oude dag. Ook al heeft ze geen kinderen, ze laat zich goed verzorgen. ’s Morgens passeert het Wit-Gele Kruis om haar te wassen, iedere middag brengt Monique van de Palermo haar een warm middagmaal, wekelijks komt de dokter eens langs om haar gezondheid te checken. Anaïs laat zich soigneren, zoveel is duidelijk. Haar familie komt geregeld langs voor de poetsbeurt of om andere zaken te regelen. Ik ben echt blij dat ze me helpen zodat ik in mijn huis kan blijven, een rusthuis zou echt niets voor mij zijn, zegt ze. Regelmatig trekt ze ’s zondags met haar familie naar Vlassenbroek of Den Draver om de voeten onder tafel te steken. Voor wie moet ik sparen?, vraagt ze me. Ik geef haar overschot van gelijk.

Haar dagen kan ze zonder moeite vullen. Ze staat niet met de kippen op maar gaat wel met hen op stok. En voor de rest leest ze veel, beluistert ze muziek en kijkt veel tv. Ik ben in alles geïnteresseerd, zegt ze, en ik hou van tv kijken. Iedere zondag volg ik de mis op tv. Goed dat deze ondertiteld is want haar gehoor laat het de laatste jaren serieus afweten.

Anais Van Driessche

 


Plots gaat de telefoon. Het is Fatma. Ik frons even de wenkbrauwen. Nee, ik heb niets nodig, hoor ik Anaïs zeggen, ja, alles in orde. Anaïs legt de telefoon neer. Ja, legt ze uit, ik woon hier in een straat met veel Turkse families. Sommige Zelenaars vloeken misschien op de Turkse mensen, ik helemaal niet. In de koran staat er dat ze oude mensen moeten helpen. Wel, gaat Anaïs verder, zij doen wat hun geloof zegt. Een paar keer per week doen ze boodschappen voor mij. Ze gaan naar de GB om brood, melk en alles wat ik nodig heb, het zijn schatten van mensen, wat anderen ook mogen beweren. Dat is de goddelijke voorzienigheid, zegt Anaïs. Tenminste dat zei mijn vader altijd en hij heeft gelijk. Als ik iets geërfd heb van mijn ouders, dan is het mijn geloof, gaat ze verder. Mijn geloof is alles voor mij, bekent ze. Ik bid alle dagen tot Onze-Lieve-Vrouw, tot de heilige Jozef, tot Jezus en ik mag alles vragen, ik krijg al wat ik vraag. En of je het gelooft of niet, da’s mijn sterkte, zegt Anaïs. En zonder dat ik het vraag geeft ze me haar mening over al wat er is fout gelopen in de kerk. Ze is erg gevonden voor monseigneur Léonard. Die man is een man van mijn hart, hij is rechtuit en zo ben ik ook, zegt ze.

 

Ik neem afscheid van Anaïs want voor haar is het tijd voor Bethlehem. Ja, besluit ze, ik ga alle dagen vroeg slapen, ik heb dat nodig. Ik geloof haar graag. Ik bedank haar voor de koffie en neem afscheid van Anaïs. Een jonge dame van 92 met in haar ogen de eeuwige jeugd.

Bedankt voor den babbel, Anaïs en nog vele jaren!

Mark
24.03.2011

Anaïs overleed op 6 januari 2016 in de leeftijd van 97 jaar.

Fotografie is één van de passies van Anaïs geweest.
Hieronder vind je twee foto's: haar vader als herder en haar broer Felix met paard en kar

Haar vader als herder bij zijn kudde

 

Haar broer Felix met paard en kar

 


afdrukken

Juffrouw Anaïs - Anaïs Van Driessche

Thuiskomen

 

© Mark De Block

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom